Om aangenomen te worden bij een groot advocatenkantoor op de Zuidas zijn hoge cijfers niet genoeg. Recruiters zoeken naar bijzondere cv’s. Een eigen bv’tje „getuigt van ondernemerschap”, topsporters zijn „gedreven”. Natuurlijk, hoge cijfers en een uitmuntende stage wegen mee, maar zijn eigenlijk ook min of meer standaard. En een bestuursjaar of een semester in het buitenland zijn aardig, maar ook een béétje doorsnee.
Echt leuk vinden grote advocatenkantoren het als een rechtenstudent bijvoorbeeld topsporter is geweest – bij De Brauw Blackstone Westbroek werkt een oud-kampioen kogelstoten, bij Houthoff Buruma een ex-schaatser. Of als een sollicitant conservatorium naast zijn rechtenstudie heeft gedaan, of al een succesvol eigen bedrijf heeft opgericht.
Elk jaar solliciteren honderden fris afgestudeerde rechtenstudenten bij de grootste Nederlandse advocatenkantoren. Hoewel het totale aantal startende advocaten vorig jaar voor het eerst sinds de crisis weer is toegenomen, zijn de beschikbare plekken op de Zuidas nog even schaars als ze waren. Zo neemt De Brauw, met 300 advocaten het grootste kantoor van Nederland, jaarlijks tussen de 40 en 45 advocaten aan, uit ongeveer 250 sollicitanten. Ook bij de andere grote kantoren start jaarlijks zo’n beetje hetzelfde aantal advocaten, geselecteerd uit een veelvoud van sollicitanten.